In vergelijking met andere sporten is padel eigenlijk nog best jong. Het spel, dat elementen van zowel tennis als squash combineert, is pas in de laatste paar jaar flink in populariteit gestegen. Niet gek, want padel is best makkelijk te leren! Daarnaast duren de potjes wat minder lang dan bij vergelijkbare sporten, waardoor de drempel om te spelen wat lager ligt. Ga jij binnenkort je eerste potje spelen, of wil je graag even je kennis opfrissen? Lees dan snel verder. In dit artikel leggen we namelijk de basis spelregels van padel uit.
De opzet van het spel
Padel wordt altijd in een dubbelspel gespeeld, dus met twee teams die uit twee spelers bestaan. Officiële padelbanen zijn 20 meter lang, met een net in het midden dat de baan in twee helften verdeelt. Aan beide zijden van de padelbaan bevinden zich glazen wanden en metalen hekken: deze zijn ook onderdeel van het spel. Een potje begint wanneer de eerste bal wordt opgeslagen. Dit moet onderhands en ongeveer ten hoogte van je middel gebeuren. Het doel is om de bal in het servicevak van de tegenstander te laten stuiteren, zonder het net te raken. Nadat dit is gelukt mag de bal wel de wanden raken, maar niet de metalen hekken. Doet hij dat wel, of landt de bal buiten de kooi, dan is er sprake van een eerste fout. Je hebt dan altijd nog een tweede kans. Maak je een tweede fout? Dan gaat het punt naar de tegenstander.
De bal en het stuiteren
De belangrijkste regel van padel is dat de bal maximaal een keer de grond mag raken voordat deze moet worden teruggespeeld. Het is dus de bedoeling dat je gaat inschatten hoe de bal jouw kant opkomt. Als je dat weet, is het de kunst om snel en goed te reageren. Hiermee voorkom je dat de bal de grond twee keer raakt, en dat de tegenstander een punt scoort. Hoe meer potjes je speelt, des te beter je kunt anticiperen. Op een gegeven moment weet je precies hoe je bepaalde slagen van de tegenstander het beste kunt opvangen!
Zoals hierboven genoemd, mag de bal dus maximaal een keer de grond raken. Dat betekent echter niet dat deze stuiter verplicht is. Spelers kunnen er ook voor kiezen om de bal voor de stuit terug te spelen: dit wordt een volley genoemd. Beide technieken hebben hun eigen voordelen. Het feit dat je snel moet inschatten welke techniek je gaat toepassen, is deel van de reden dat padel zo interessant is!
De wanden en het hekwerk
Wat padel verder uniek maakt, is het gebruik van de glazen wanden en het hekwerk tijdens het spelen. Voor de opslag gelden aparte regels, maar over het algemeen is het zo dat de bal tegen de wanden of het hekwerk mag kaatsen. Het is wel belangrijk om te onthouden dat dit alleen mag als de bal een keer op de grond is gestuiterd. Raakt de bal de wand of het hekwerk voordat deze stuitert, dan is dit een fout en krijgt je tegenstander een punt. Tijdens het spelen moet je dus niet alleen kunnen anticiperen hoe de bal jouw kant op komt, maar ook hoe hij tegen de oppervlakken gaat terugkaatsen. Je zult dus goed moeten blijven opletten, ook als de bal aan jouw kant van de baan komt.
Veelvoorkomende fouten
Net als bij andere racketsporten zijn er specifieke situaties binnen padel die als fout worden gerekend. Een van de meest voorkomende situaties is dat de bal het hekwerk raakt voordat deze over het net gaat. Dit gebeurt wanneer een speler de bal niet goed raakt, waardoor deze zijwaarts beweegt in plaats van voorwaarts. Andere fouten die je vaak ziet terugkomen zijn het missen van de bal tijdens de opslag, of wanneer de bal het verkeerde servicevak raakt. Alle fouten zorgen ervoor dat de tegenstander een punt krijgt.
Het wedstrijdverloop en de puntentelling
De puntentelling van padel lijkt best veel op de puntentelling die bij tennis gebruikt wordt. Een wedstrijd is meestal ‘best of three’. Dat betekent dat een team wint als zij twee sets hebben gescoord. Je wint een set door zes games te winnen. Ook moet er een verschil van minstens twee games tussen de scores zitten. Als het 6-6 staat, wordt er gebruikgemaakt van tiebreaks om de winnaar te bepalen.
Elke game heeft een scoreverloop van 15, 30, 40, en game, net zoals bij tennis. Bij een stand van 40-40 (deuce) moet een team twee opeenvolgende punten halen om de game te winnen.
Strategisch spelen
Dat zijn de basisregels van padel! Ze zijn best makkelijk te begrijpen, zeker als je een paar games hebt gespeeld. Zodra je de basisregels onder de knie hebt, kan het ook leuk zijn om je in de strategische kant van het spel te verdiepen. Er zijn bijvoorbeeld verschillende slagen die de bal een ander effect kunnen geven, waarmee je jouw tegenstanders kunt verrassen.
Ook kun je, zodra je wat ervaring op de baan hebt, steeds meer gebruikmaken van de wanden. Zo kun je bijvoorbeeld opzettelijk tegen de wanden aanslaan om het je tegenstanders wat moeilijker te maken. Door genoeg te blijven oefenen, kun je elke keer wat meer techniek toevoegen. Alvast veel plezier met spelen!